Hoe een klein rondje lang kan duren

21 april 2024 - Parada de Ester, Portugal

Zondag 21 april is het en de dag begint redelijk fris. Om kwart over zeven ben ik beneden en als ik naar buiten kijk, zie ik iets heel moois. Ongeveer halverwege de bergen is een wolkendeken aanwezig. Het is intens wit en lijkt zo zacht dat het heel aantrekkelijk is om er zo in te duiken. Toch maar niet gedaan…

We hadden gisteren al besloten er vandaag een rustig dagje van te maken vandaag. Maar we moesten wel wat boodschappen hebben en voor een beetje flink assortiment is Castro Daire de dichtstbijzijnde plaats met een grotere supermarkt. Daarvoor moeten we vanaf ons huisje ongeveer een half uur rijden, zo’n 16 kilometer. Bij ons is een half uur over die afstand best lang, maar hier in de regio kan je gewoonweg niet hard rijden op deze wegen. Hard? En wat is hard? Maximum snelheid is 90, maar dat is vrijwel op geen enkel stuk haalbaar, laat staan veilig. Ik denk dat we de meeste stukken ergens tussen de 30 en 60 rijden en dan is 60 ook echt wel het maximum. Het slingert alle kanten op, het asfalt is op sommige plaatsen net een Emmenthaler kaas en door de bochten en de rotsen in die bochten is het erg onoverzichtelijk. Dan gaat de voorkeur toch echt uit naar veiligheid.

Waarom schrijf ik dit allemaal? Omdat een rustig dagje bij ons niet altijd heel rustig is. Zo had ik gisteren een klein rondje toeren op het programma gezet. Langs enkele watervallen en uitzichtpunten rondom Parada de Ester. Als we alleen maar zouden rijden, niet zouden stoppen en niets bezichtigen, dan konden we in ruim een uur weer terug zijn van dit rondje (op heen en weer voor de boodschappen na dan). Ja, ja… Zou kunnen… Het rondje toeren heeft ons qua tijd ongeveer 3,5 uur gekost. En wat heeft het ons opgeleverd? Gigantisch mooie ervaringen qua natuur. Echt, wat zijn we tot nu toe blij dat we hebben besloten om het binnenland van Portugal in te gaan. En dat we dan het geluk tot nu toe steeds aan onze zijde hebben qua weer. En dat hier in het voorjaar veel natuur prachtig in bloei staat. En dat veel watervallen ook daadwerkelijk nog flink wat water laten vallen. Wat hebben het goed geschoten en wat zijn we twee bevoorrechte mensen…

Goed, het rondje. Eerste stop is de Baloico da Malhada, een grote schommel op een uitzichtpunt waar je U tegen zegt. Heerlijk rond gekeken, kort geschommeld en weer door. Dan op zoek naar de Cascata de Ponte de Vila, een waterval enkele kilometers verderop. Ja, met de auto kan je tot op zo’n 500 meter afstand komen. Het laatste stuk moet gelopen worden. En niet zomaar een stukje hoor! Nee, de afdaling werd meteen ingezet, ging over een weg (mag zoiets zo genoemd worden?), eigenlijk een pad dat vol met keien, gladde stenen, boomwortels en andere leuke obstakels ligt. Het zigt en het zagt naar beneden en uiteindelijk houdt het pad op. Tenminste, de vrije toegang, want er is een hekje van gaas over het paadje geplaatst. Maar we zien veel geitenpoep liggen, dus gaan we er vanuit dat het hekje is bedoeld om de geiten tegen te houden en niet de mensen. Dus? Hopsa, beenties d’roaver en daar gaan we weer. Naar beneden, verder naar beneden, nog verder naar beneden. En het geluid van vallend water is steeds dichterbij, maar we zien het ding nooit, helaas. Het pad houdt nu echt op, er is alleen een hele hoge rotswand aan de ene kant, hele dichte bosschage aan de andere kant en geen mogelijke doorgang te vinden. We hebben onze padvindersvaardigheden nog even ingezet, maar helaas.

Onverrichterzake zijn we de tocht naar boven maar weer begonnen. En dat was een best karwei. Want zo steil als het naar beneden ging, zo steil gaat het natuurlijk ook weer omhoog. En dat rond het middaguur, zonder drinken mee. Wij dachten even snel naar die waterval te gaan kijken. Goede leer voor de volgende keer als het niet helemaal overzichtelijk is. Water mee, petten mee! Maar eenmaal boven kijken we terug op een mooi stuk natuur en een goede workout. En kletsnatte ruggen van het zweet…

Volgende doel is de Cascata da Tijosa, nog een waterval. Eerst even wat eten en dat hebben we op een prachtige plek gedaan, gewoon lekker langs de weg, maar met wat voor een uitzicht! Vervolgens onderweg naar die waterval, maar niet zonder dat we eerst even wat wildlife moesten passeren. Twee mooie paarden waren aan het grazen langs de weg, maar lopen ook gewoon over de weg naar hun volgende graasplekje. Ze blijven heel rustig als we langsrijden, alsof het heel gewoon is zo. En misschien is dat voor die dieren ook wel zo. De stop bij de Cascata da Tijosa was kort. Auto langs de kant van de weg, 150 meter teruglopen, 20 meter naar beneden en daar was ie dan. Was het een natuurwonder? Nee, dat niet. Maar wel weer leuk om gezien te hebben.

Laatste geplande stop tijdens het rondje was Poco Negro. Ook hier weer een waterval die aan de ene kant van de weg de bovenstroom heeft en aan de andere kant van de weg de benedenstroom. Makkelijker bereikbaar dan deze kennen we ze niet. We konden stoppen op nog geen 10 meter afstand. Deze waterval, en dan voornamelijk de benedenstroom, verstopt zich voor een groot deel achter allerlei begroeiing. Als je dan een foto maakt, dan zie je maar een klein deel van het geheel. Dit is ook echt weer zo’n plekkie waar je zelf geweest moet zijn om echt te ervaren hoe het is.

Dan zit het rondje erop en moeten we nog een half uurtje richting Castro Daire voor de boodschappen. Maar we zijn nog maar net op de iets meer doorgaande weg en dan zien we toch nog een stop-and-go waardig plekje. De Queda Agua, nog een wilde bergstroom die om onze aandacht schreeuwt. Ach, en als we er toch zijn…

Rond half vijf zijn we terug in het huisje. Daar hebben we de rest van de dag heerlijk rustig aan gedaan. Lekker in de zon op ons balkon en verder niets meer moeten. Lazy Sunday afternoon…

Morgen mogen we weer aan de bak!

Te vejo amanhã, tot morgen

Marc

Foto’s

1 Reactie

  1. Bart:
    22 april 2024
    Weer een mooi verhaal :maar je leert wel weer autorijden o bochtige wegen

Jouw reactie