Up North…

3 april 2024 - Ballyshannon, Ierland

Woensdag 3 april staat grotendeels in het teken van het verplaatsen naar een stuk noordelijker gelegen bestemming. De netto reistijd vanuit Doolin naar Rossnowlagh is volgens de navigatie een kleine vier uur. Maar ja, wij zijn M&M en dan duurt het nogal eens iets langer. Zo ook vandaag. We rijden rond kwart voor tien weg en zijn om kwart over zes op onze bestemming. Hoezo iets langer onderweg?

We willen onderweg natuurlijk ook wat zien van de omgeving en dus bezoeken we eerst een graftombe. Huh? Hoezo? Wat is daar interessant aan? Nou, het is maar een kleine omweg en onze gastheer van Harvest Moon raadde aan om naar Poulnabrone Tombe te gaan. Zeer interessant, zo gaf hij aan. Tja, als we toch nog iets willen zien van de omgeving onderweg naar het noorden, waarom niet?

Als we in de buurt komen valt ons op dat de omgeving heel erg veel stenen muren heeft. Lekker makkelijk op elkaar gelegd, geen cement ertussen, kan jaren mee. En eerlijk? Ik vind ze mooi! We rijden de speciaal aangelegde parkeerplaats op en er is zelf een onderscheid gemaakt tussen de plaatsen voor de personenauto’s en de touringcars. Maar kunnen we nog een plekje vinden? Ja hoor, geen probleem. Sterker nog, we zijn de enigen hier… Dan lopen we richting de tombe. En ja, het heeft best iets aparts en ik associeer het ook wel meteen met iets heel ouds. Maar verder zegt het me eigenlijk niet zo heel veel. Wellicht vindt men mij een cultuurbarbaar of een geschiedenis ontkenner, maar ik heb gewoonweg niet zo veel met dit soort dingen. Dat geldt ook voor Marion. Prima om een keer gezien te hebben, maar dan weer door.

We rijden verder en komen in een welhaast versteende wereld terecht. Waar je ook kijkt, overal ligt steen. Groot, groter, grootst en op een groot deel lijkt het wel of de aarde gebarsten is. Of hier ooit een vulkaan uitgebarsten is en de versteende lava de nodige sporen heeft nagelaten. Dit vind ik eerlijk gezegd een stuk indrukwekkender dan de tombe. Het voelt hier desolaat.

De reis gaat verder en niet heel veel later komen we op de snelweg uit. Niet ons favoriete deel van de rit en dus gaan we een half uur later weer verder binnendoor. We besluiten om een (flinke) omweg te maken naar Achill Island. Op internet ziet dat er allemaal best mooi uit, maar we komen er aan als donkere wolken zich samen gepakt hebben en ook besluiten hun natte goedje maar eens boven ons te lozen. Dat maakt het aanzicht en de uitzichten er niet fraaier op, maar een kwartiertje later is het weer droog. De zon komt er af en toe weer door, maar het blijft dreigend. En al verder toerend over het eiland komen we er opnieuw achter hoeveel moois we al hebben gezien in die ene week die we nu in Ierland zijn. Dat wat we al gezien hebben is voor ons een stuk mooier en indrukwekkender dan wat we hier zien. Het blijft een kwestie van smaak, maar voor ons geldt dit nu eenmaal zo.

Aangezien we door deze omweg nog een flink stuk en een beste tijd te gaan hebben tot Robins Rest in Rosslownagh, draaien we om en gaan we het eiland weer af. Onderweg zien we nog best een mooi stuk natuur, maar het nodigt ons vandaag niet uit om daar prioriteit aan te geven. We stappen er niet meer voor uit en rijden door. Het mooie is wel dat we, nadat we Sligo gepasseerd zijn, weer in toenemende mate het gevoel krijgen van ‘wauw, wat is het hier mooi’. En dat voelt goed en het biedt perspectief voor morgen. Want we overnachten twee nachten in Robins Rest.

Op een gegeven moment rijden we van de grotere weg af, het kleine dorpje Rosslownagh in, het dorpje weer uit en de navigatie geeft aan dat we zo meteen ergens rechtsaf moeten. Waar dan? Ik zie helemaal geen weg! En dan zie ik links van de weg een oranje pion in de berm staan, met daarop een geplastificeerd briefje erop. Een pijltje wijst naar rechts en daarboven staat; Robins Rest, 200 yards. Ik kijk ‘de weg’ in en vraag me even af of ik niet beter een tractor had kunnen hebben, maar dat blijkt reuze mee te vallen. Het is klein, smal, oneffen en het hotseknotst ons aardig heen en weer, maar na wat draaien en keren op de nauwe bochtige weg staan we ineens bij een geweldig leuk overnachtingsadres. We worden daar allerhartelijkst ontvangen door gastvrouw Jenny die meteen naar buiten komt lopen. En zij doet niet gastvrij, nee, zij is gastvrij. Wat een hartelijk welkom en wat een leuk mens! En dan ons plekje voor de aankomende nachten. Geweldig gezellig.

Even later loop ik nog even naar buiten en zie de drie kinderen van Jenny aan komen lopen. Jenny had al verteld dat ze een hond heeft, Maggie. Die loopt rustig met de kinderen mee en daar komt nog iets achteraan huppelen. Een lammetje en dat lijkt net zo goed naar die kinderen te luisteren als de hond. Geweldige interactie. Ik denk dat we ons hier wel zullen vermaken 😉

Fheiceann tú amárach, tot morgen

Marc

Foto’s

Jouw reactie